Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wat men [36]naar de wet met de koningin Vasthi doen zou, [37]omdat zij niet gedaan had [38]het woord van den koning Ahasveros, door den dienst der kamerlingen? 36. Te weten, naar de wetten der Perzen en der Meden. 37. Dat is, daarom, dat zij geroepen zijnde niet kwam. 38. Dat is, mijn woord en bevel; hij spreekt van zichzelven in den derden persoon.